|
||||||||
De Portugese zangeres en pianiste is aan haar negende plaat toe en besloot die te wijden aan een man, wiens muzikale erfenis meer invloed op haar carrière gehad heeft dan ze ooit had gedacht. Pianist Horace Silver had Kaapverdische roots en, zoals Carmen gaandeweg ontdekte, speelde in zijn muziek, die onmiskenbaar tot de jazz behoorde, een heleboel ritmes en fraseringen door, die zij herkende uit de muziek van haar jeugd die zich, al kwam Souza slechts sporadisch in Kaapverdië, toch in sferen van dat eiland afspeelde: ze zingt naast Portugees nog altijd voornamelijk in het Creools, ze spreekt die regionale taal en de ritmes van haar songs zijn vaak heel nadrukkelijk vanuit de funana en aanverwante genres geleend. Die vaststellingen gemaakt zijnde, besloten Souza en haar bassist Theo Pascal een hele plaat te wijden aan het werk van Horace, zij het dat ze daar twee eigen composities aan toevoegen bij wijze van eerbetoon. of, sterker nog, als een soort sollicitatie voor de job van behoeder van ’s mans erfenis. Ze grasduinden dus in de muzikale nalatenschap van Silver, een soort muziek die zich bij uitstek leent voor de muzikale acrobatieën die we van Carmen gewend zijn en ze kwamen uit bij fijne en bekende tracks als “Señor Blues”, “Song for My Father” -jawel, Steely Dan leende er de riff van voor “Ricky don’t lose that Number” en “Nutville”, naast een zestal andere Silver-composities, daterende van het midden van de jaren ’50 tot de vroege jaren ’70. Voor een aantal van de nummers bedacht Carmen zelf de teksten en die debiteert ze op haar onnavolgbare wijze, begeleid door een ijzersterke band, waarin naast Pascal ook Elias Kacomanolis op drums en Ben Burrell op piano schitteren. Dat levert alles samen een geweldige plaat op, die je moeilijk kan labelen, omdat ze zowel in het jazz)vakje past, als in de Latin of de World. Wat er ook van zij: Carmen Souza levert alweer een geweldig werkstukje af en, waar Horace Silver de muziek “Lady Music” placht te noemen, vind ik dat Carmen stilaan naar één van de twee eigen nummers genoemd mag worden. “Lady Musika”, op z’n Creools, lijkt me heel erg op zijn plaats. En dan heb ik het nog maar alleen over de plaatkant van deze affaire. Wie immers deze dame live aan het werk gezien heeft, zal zo’n concert niet snel vergeten: er zijn maar weinig acts die zo podiumvullend zijn als een band waarin wervelwind Souza haar gang kan gaan. Hopelijk leidt de tournee die bij het lanceren van deze plaat hoort, haar binnen afzienbare tijd ook onze richting uit, want dit wil ik heel graag zelf meemaken. Al biedt deze meer dan fraaie CD voldoende vlees en bloed om het wachten te verzachten. Samengevat: bijzonder knappe plaat van een geweldige zangeres, omringd door een formidabele band, met een repertoire dat zijn gedegenheid allang bewezen heeft. Zoiets is voer voor eindejaarslijstjes! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||